Van zere pink tot een reanimatie
Als SEH-verpleegkundige vangt Wouter van Veen de patiënten op. “Door middel van triage (een gestandaardiseerde vragenlijst) probeer ik zo snel mogelijk te achterhalen wat de grootste klacht vande patiënt is. Zo bepalen we hoe snel de arts de patiënt moet zien. Natuurlijk geldt er voor iedere patiënt die naar de SEH komt een zekere mate van spoed maar wij zeggen altijd: je hebt ‘spoed’ en ‘echt spoed’. Als er bijvoorbeeld een ambulance binnenkomt met een verkeersslachtoffer dan zijn wij door de ambulancebroeder vaak al op de hoogte gesteld van het letsel en staan de arts en verpleegkundige klaar om direct bij aankomst te kunnen handelen. Mensen die klachten met een lagere prioriteit hebben, moeten dan even wachten maar dat kunnen we hen over het algemeen goed uitleggen.”
Naast de echt spoedeisende letsels van verkeersslachtoffers of mensen met een hartinfarct hebben veel patiënten die de SEH bezoeken pijn op de borst, buikklachten, sportblessures en huis-, tuin- en keukenletsel. Verder komen er regelmatig kinderen die last hebben van benauwdheid of breuken hebben opgelopen met buitenspelen.

Wouter van Veen vertelt dat de SEH-verpleegkundige voordat de arts deze patiënten onderzoekt, alvast voorbereidende handelingen uitvoert zoals de bloeddruk meten, de wond verzorgen, pijnstilling toedienen of een hartfilmpje of röntgenfoto maken. “En nadat de arts zijn diagnose heeft gesteld, geeft de verpleegkundige de daaruit voortvloeiende zorg. Als iemand iets gebroken heeft, dan wordt er bijvoorbeeld gegipst. Wij begeleiden de patiënt gedurende zijn hele bezoek aan de SEH. Dat is maar kort en toch is er meestal voldoende tijd om naar het verhaal van de patiënt te luisteren. Met zo’n gesprek kun je iemand geruststellen en laten ontspannen. Het is vaak hectisch en de patiënten kunnen ernstig ziek zijn, dus het is zaak goed aan te voelen of een patiënt daarvoor open staat. Maar je hebt soms heel leuke gesprekken en, geloof het of niet, er wordt toch ook een hoop gelachen op de SEH.”
De SEH van Ikazia valt sinds enige tijd in de categorie ‘Level 2’. “Dat betekent dat ambulances ook bij zwaardere letsels met patiënten naar ons ziekenhuis komen. De organisatie is daarop aangepast en in de praktijk krijgen we dus vaker te maken met deze ernstige slachtoffers. Voor ons zelf verandert er verder niet heel veel. Wij moesten toch al voorbereid zijn op patiënten met de zwaarste trauma’s. Een goede algemene opleiding en jarenlange ervaring zijn daarbij erg belangrijk.”
Wouter van Veen wijst ook op de goede samenwerking tussen artsen en verpleegkundigen. “Zeker tijdens de nachtdiensten ben je echt op elkaar aangewezen. Op het ene moment kun je rustig met elkaar koffie zitten te drinken en een paar seconden later sta je samen iemand te reanimeren. Dan moet je goed op elkaar zijn ingespeeld.” Hoewel Wouter van Veen de onvoorspelbaarheid en hectiek van het werken op de SEH heel uitdagend vind, is het voor hem geen optie alleen dat werk te doen. “Op de IC lever je zorg op het allerhoogste niveau. Daar leer je zoveel van. Dat wil ik niet missen.”