Contact Spoed
Tekstgrootte

Delier (acute verwardheid)

Bij delier is de patiënt acuut (plotseling) verward. Soms is de patiënt heel duidelijk onrustig en in de war en soms wordt de patiënt juist heel stil. 

Delier ontstaat altijd door lichamelijk ziek zijn. Door het ziek zijn, raken de hersenen ontregeld en ontstaat verwardheid. De patiënt doet wel raar, maar is het niet. 

Met de juiste en snelle behandeling heeft het delier de grootste kans om volledig te herstellen.

Risico's

Oudere patiënten lopen meer risico op een delier als zij bijvoorbeeld:

  • slecht zien;
  • slecht horen;
  • al vergeetachtig zijn;
  • dagelijks alcohol, drugs of opiaten gebruiken (maar ook bijvoorbeeld morfine voor de pijn);
  • op hoge leeftijd zijn;
  • eerder een delier hebben gehad.

Zorg

Als een patiënt risico heeft op een delier, houden we hem of haar extra in de gaten. We stellen iedere dag een paar eenvoudige vragen om bij te houden hoe het gaat. 

Voorbeeldvragen zijn:

  • Weet u waar u bent? 
  • In welk jaar leven we nu? 
  • Welke dag / datum is het vandaag? 
  • Hoe heet de koning? 
  • Wat heeft u gisteren gedaan?

Behandeling

We bespreken een eventuele behandeling vooraf met de patiënt, op het moment dat hij of zij daar zelf nog goed over mee kan praten. 

Als de patiënt dan een delier krijgt, gaan we meteen behandelen. Dat doen we met medicijnen. 

We hebben ook de hulp van familie en bekenden van de patiënt nodig. U kent de patiënt het best. Ziet u dat het gedrag verandert? Vertel het ons dan.

Als de patiënt toch een delier krijgt, vragen we u zoveel mogelijk aanwezig te zijn. 

U kunt in overleg met de verpleegkundige blijven slapen en mee-eten. Dat geeft de patiënt meer rust en een vertrouwd gevoel. 

Neem bijvoorbeeld ook foto’s mee. Zet een klokje op het nachtkastje en gebruik een eventueel gehoorapparaat en bril. Dat helpt de patiënt om zich thuis te voelen en zich beter te oriënteren.