Acute verwardheid of delier

Acute verwardheid of delier

Acute verwardheid of delier

Voor wie is deze folder bedoeld?

Deze folder is bedoeld voor patiënten die worden opgenomen in het Ikazia Ziekenhuis. Zoals de verpleegkundige aan u heeft uitgelegd zijn er bij u een of meerdere risicofactoren aanwezig die de kans op het ontstaan van een delier tijdens uw opname vergroten. Bij een delier is er sprake van plotselinge verwardheid. De aanwezigheid van risico factoren wil niet zeggen dat u tijdens de opname ook daadwerkelijk verward zal raken. Door middel van deze folder willen wij u en uw familie uitleg geven over wat een delier is, hoe we proberen te voorkomen dat iemand verward raakt en hoe de verwardheid behandeld kan worden.

Wat is een delier?

Een delier komt, net als koorts, regelmatig voor bij mensen die ziek zijn. Bijvoorbeeld bij mensen die een longontsteking hebben, een ongeluk hebben gehad of die net geopereerd zijn. Jonge kinderen kunnen al verward raken bij hoge koorts ( “ijlen”). Wanneer iemand plotseling in de war is of niet meer goed weet waar hij is spreken we van acute verwardheid. Een ander woord hiervoor is delirium, in de volksmond ook wel delier genoemd. Een delier kan vele oorzaken hebben. Misschien heeft u wel eens van een alcoholdelier gehoord. Dat is de meest bekende vorm van acute verwardheid. Maar ook iemand die nog nooit alcohol gedronken heeft, kan acuut verward raken. Een delier is altijd tijdelijk; wanneer de lichamelijke toestand verbetert, zal ook de verwardheid verdwijnen.

Waardoor kan een delier ontstaan?

Veelvoorkomende oorzaken zijn:

  • ontstekingen met koorts;

  • grote operaties;

  • een ongeval;

  • medicijnen (bijvoorbeeld tegen de pijn);

  • ziekten aan hart of longen;

  • een hersenbloeding;

  • alcohol- of drugsgebruik;

  • stress, angst;

  • te weinig slaap.

Kan het voorkomen worden?

Er zijn een aantal zaken die de kans op acute verwardheid kleiner maken;

  • goed slapen;

  • overdag zo veel mogelijk uit bed;

  • een klok of kalender op uw kamer;

  • het dragen van bril en/of gehoorapparaat;

  • bekende foto’s van thuis.

Op deze manier blijft u betrokken bij het hier en nu. Tijdens uw opname in ons ziekenhuis zal de verpleegkundige hier samen met u voor zorgen.

Als er een (hoog) risico op een delier is, kan uw arts besluiten op grond van uw situatie om preventief medicijnen te geven om een delier te voorkomen. Deze medicijnen worden na een paar dagen afgebouwd als het goed gaat.

Wat als u toch verward raakt?

In dit geval wordt er zo snel mogelijk gestart met het behandelen van de acute verwardheid. Zo zal er allereerst naar de oorzaak van de acute verwardheid gezocht worden en zal dit vervolgens behandeld worden. Ook kan het zijn dat er medicijnen worden gegeven tegen onrust of angst. Mensen die verward zijn herinneren zich achteraf vaak maar flarden uit de periode van verwardheid, maar het besef dat men “vreemd” heeft gedaan kan bedreigend en schaamtevol zijn. Het is dan belangrijk om te weten dat iemand er niets aan kan doen dat hij of zij verward is geraakt, maar dat acute verwardheid iets is wat regelmatig voorkomt bij mensen die zijn opgenomen in een ziekenhuis.

Verschijnselen van verwardheid

  • Verwardheid ontstaat vrij plotseling, vaak binnen enkele uren tot dagen;

  • Verwarde mensen zijn vergeetachtig: ze kunnen informatie niet onthouden en informatie moet steeds worden herhaald;

  • Vaak gedragen verwarde mensen zich heel anders dan men van ze gewend is;

  • Verwarde mensen weten vaak niet meer wat voor dag of jaar het is;

  • Verwarde mensen leven in een andere werkelijkheid, weten niet meer waar ze zijn en wanen zich soms heel ergens anders. Soms komen vroegere belevenissen terug;

  • Verwarde mensen kunnen vaak niet logisch denken. Een “normaal” gesprek voeren is dan lastig;

  • Mensen met een delier zijn wisselend helder van geest; het ene moment suf en niet aanspreekbaar en het andere moment druk, onrustig of angstig;

  • De ernst van de verschijnselen wisselt gedurende de dag. Meestal verergeren de verschijnselen ’s avonds en ’s nachts. Overdag kan de verwardheid veel minder zijn of zelfs helemaal weg zijn;

  • Verwarde mensen kunnen zichzelf in hun verwardheid onbedoeld pijn doen, bijvoorbeeld door te proberen uit bed te stappen terwijl dit nog niet kan.

Wat kan uw familie doen als u verward bent?

Als familie kunt u het volgende doen:

  • Als u op bezoek komt, zeg dan wie u bent, waarom u komt en herhaal dit zonodig;

  • Spreek rustig en in korte, duidelijke zinnen. Stel eenvoudige vragen;leg uit waarom de patiënt in het ziekenhuis is en wat er is gebeurd. Herhaal dit zonodig;

  • Bezoek is belangrijk. Echter, teveel personen of een te lange bezoektijd in één keer kan erg vermoeiend en verwarrend zijn;

  • Ga, als u met meerdere personen op bezoek komt, zoveel mogelijk aan één kant van het bed zitten, zodat de patiënt zich op één punt kan richten;

  • Het is niet raadzaam om mee te gaan in dingen die de patiënt hoort of ziet, maar die er niet zijn. Probeer hem of haar niet tegen te spreken. Maak zo mogelijk wel duidelijk dat uw waarneming anders is. Maak er geen ruzie over. Praat met de patiënt over bestaande personen en echte gebeurtenissen;

  • Probeer uw familielid te betrekken bij het hier en nu. Neem bijvoorbeeld de buurtkrant mee en lees er stukjes uit voor;

  • Eventueel kunt u enkele vertrouwde zaken van thuis mee nemen, zoals een foto met vertrouwde personen of favoriet huisdier erop.

We weten uit ervaring dat verwarde mensen rustiger worden wanneer er een voor hen vertrouwd persoon bij hen kan zijn. Wanneer mensen acuut verward zijn, kan de verpleging vragen of een naaste bij de patiënt wil zitten. Dit zal in de meeste gevallen gedurende de avond of nacht zijn, omdat de meeste mensen dan verward raken of zijn. Het continue aanwezig zijn van een vertrouwd persoon is belangrijk voor het welzijn van de verwarde persoon en het komt de veiligheid ten goede.

Wettelijke vertegenwoordiger

Helaas kan niet altijd voorkomen worden dat mensen toch verward raken. Mensen die acuut verward zijn, kunnen door de verwardheid soms minder goed zelf beslissingen nemen. In deze gevallen is het noodzakelijk dat de artsen en verpleegkundigen iemand anders dan uzelf kan raadplegen wanneer er beslissingen genomen moeten worden rondom uw behandeling en/of verpleging. Wij willen u dan ook vragen om iemand aan te wijzen als wettelijke vertegenwoordiger. De wettelijke vertegenwoordiger is de persoon die namens u beslist over de behandeling op de momenten dat u dit niet zelf kunt.

Het is dus belangrijk dat u iemand kiest die u vertrouwt en die goed bereikbaar is voor het ziekenhuis. Vanzelfsprekend wordt er niet met uw wettelijke vertegenwoordiger overlegd wanneer u zelf in staat bent om belangrijke beslissingen omtrent uw gezondheid te nemen.

De verpleegkundige zal u en uw wettelijke vertegenwoordiger vragen om het formulier “Verklaring Wettelijke vertegenwoordiger” te ondertekenen. Deze verklaring betreft alleen de medische behandeling en verpleging gedurende deze opname in ons ziekenhuis.

Beperking van de bewegingsvrijheid

Dit kan soms nodig zijn om gevaarlijke situaties te voorkomen. Bijvoorbeeld een extra laag bed met een valmat ernaast en daarbij een bewegingssensor. Deze sensor kan zowel aan het bed bevestigd worden als op de vloer worden gezet. Andere voorbeelden zijn: plukhandschoen(en) en een geriatrische rolstoel met rolstoelblad. Bij extreme onrust kan in uiterste nood een onrustband (band om de taille) nodig zijn of pols- of enkelbanden. Meestal wordt in combinatie met beperking van de bewegingsvrijheid ook rustgevende medicatie toegediend. Het is goed om te weten dat het inzetten van deze vrijheidsbeperkende maatregelen altijd in overleg met de verpleegkundige, arts en familie gebeurt. Dagelijks wordt

geëvalueerd of de vrijheidsbeperkende maatregelen nog nodig zijn of gestopt kunnen. Het streven is om deze interventies zo kort mogelijk in te zetten.

Toestemming beperking van de bewegingsvrijheid

Als de situatie zich voor doet waarbij uw veiligheid en / of de veiligheid van uw omgeving in gevaar komt, kan het zijn dat er maatregelen genomen moeten worden waarbij uw bewegingsvrijheid wordt beperkt. Dit gebeurt in overleg met de arts die u behandelt. Voorbeelden hiervan zijn het gebruiken van een bewegingssensor, een handschoen om de grijpfunctie te verminderen, of een zwaarder middel zoals een buikband. Deze zwaardere maatregelen worden alleen toegepast, indien minder ingrijpende alternatieven onvoldoende blijken om de veiligheid te kunnen waarborgen. Voordat een zwaarder middel zoals de buikband wordt toegepast wordt er telefonisch met uw 1e contactpersoon of vertegenwoordiger overlegd. Dit doen wij ook in de avond of nacht. De vertegenwoordiger kan bij ‘Toestemming’ op het formulier aangeven dat er niet in de nacht gebeld wordt, maar pas de volgende ochtend. Wij vinden het fijn als uw naaste naar het ziekenhuis kan komen om bij u te zijn, zodat de zwaardere maatregelen niet nodig zijn.

Nog vragen?

Wanneer u of uw naaste na het lezen van deze folder nog vragen heeft, aarzel dan niet om deze met de verpleging te bespreken.

www.ikazia.nl