Fragmin injecties

Fragmin injecties

Fragmin injecties

Aanwijzingen voor het gebruik van Fragmin

Handen wassen

Was uw handen met water en zeep en droog uw handen.

De wegwerpspuiten hebben een dunne, kwetsbare naald. Om te voorkomen dat deze beschadigd moet de wegwerpspuit voorzichtig uit de verpakking gehaald worden door eerst de papieren achterzijde van de verpakking volledig te verwijderen. Daarna kan de spuit gemakkelijk uit de verpakking gehaald worden.

Als het spuitje uitgerust is met het zogenaamde ‘needle-trap’ veiligheidssysteem moet u voordat u kunt injecteren dit eerst voorzichtig afbuigen van het naaldje.

Pak daarna het naald afdekdopje vast en trek het in een beweging naar boven los. Als het spuitje geen ‘needle-trap’ heeft pak dan het naald afdekdopje vast en trek het in een beweging naar boven los. Als er een druppel aan de naald blijft zitten, schud die er dan af.

Plaats van injectie bepalen

Ga in een prettige houding zitten of liggen. Bepaal de plaats van de onderhuidse injectie aan de voorkant van uw buik. NIET rond de navel of bij een wond of aan de voor- of zijkant van het bovenbeen.

Het vastpakken van de huidplooi

Neem een flinke huidplooi tussen duim en wijsvinger.

De aanwezige luchtbel in de injectiespuit niet verwijderen; deze zorgt ervoor dat alle vloeistof wordt geïnjecteerd.

Het inbrengen van de injectienaald

Houd de spuit rechtop tussen duim en wijsvinger. Breng de naald in zijn geheel loodrecht in de huidplooi. Blijf de huidplooi vasthouden, niet opzuigen! Spuit de vloeistof langzaam in door de zuiger zo ver mogelijk naar beneden te duwen.

Let bij de injectie op dat u niet spuit:

  • op littekenweefsel;

  • op plekken op uw huid die ontstoken of pijnlijk zijn;

  • in ledematen die verlamd of geropereerd zijn;

  • in ledematen met trombose of oedeem;

  • op plekken met rode verkleuringen;

  • in de buurt van grote bloedvaten;

  • binnen een gebied van 4 cm rond de navel;

  • binnen een cirkel van 2 cm van de vorige injectieplaats.

Het verwijderen van de injectienaald

Nadat u de vloeistof heeft ingespoten, kunt u de naald terugtrekken en de huidplooi loslaten.

Niet nawrijven. Als er een bloeding zou optreden op de injectieplaats moet u enige minuten met vingers hierop drukken.

Na de injectie

Na de injectie buigt u het naaldje weer vast in de ‘needle-trap’. U kunt hiervoor het beste een stabiele, vlakke ondergrond gebruiken, zoals een tafel. Gebruik nooit uw vinger of hand om de ‘needle-trap’ naar het naaldje te buigen. Berg hierna het spuitje op in de naaldcontainer. U kunt na afloop de naaldcontainer terugbrengen bij de apotheek.