Spoedoperatie bij kinderen

Spoedoperatie bij kinderen

Spoed operatie - bij kind opgenomen op de kinderafdeling

Kinderafdeling

Welkom op de afdeling

Uw kind is opgenomen op de kinderafdeling van het Ikazia Ziekenhuis en zal tijdens deze opname een spoedoperatie moeten krijgen. Een spannende gebeurtenis voor zowel het kind als de ouders/verzorgers.

In deze folder geven wij praktische informatie over de gang van zaken met betrekking tot een spoedoperatie op de kinderafdeling als uw kind al opgenomen is. We zullen uitleg geven over de voorbereiding, de anesthesie, het nuchterbeleid, pijnstilling, slapen met een kapje, slapen met een infuus en de nazorg.

Voorbereiding op de spoedoperatie

Als een kind voor een niet-spoed operatie gaat heeft men altijd eerst een gesprek bij de preoperatieve polikliniek (POP). Hier heeft men een gesprek met de POP verpleegkundige, een assistent van de apotheek en de anesthesioloog. Deze gesprekken zullen nu op de kinderafdeling moeten plaatsvinden of worden telefonisch met u en de kinderverpleegkundige, die op dat moment voor uw kind zorgt, besproken.

De anesthesioloog beoordeelt de gezondheidstoestand van uw kind en zal zo de manier van narcose afspreken. Narcose kan middels een narcose-kapje of via een infuus. Dit hangt af van de leeftijd, het gewicht, gezondheid en soort ingreep. Veel opgenomen kinderen hebben al een infuus of krijgen die op de kinderafdeling.

Ook bijzonderheden over de ontwikkeling van uw kind kunnen besproken worden. Bijvoorbeeld wanneer uw kind bekend is met een (ontwikkelings-) stoornis of psychosociale bijzonderheden (bijvoorbeeld autisme, ASS, extreme angst, trauma of een verstandelijke beperking).

Voorbereiding op de afdeling

Als uw kind niet gelijk naar de operatiekamer hoeft zal de medisch pedagogisch zorgverlener of kinderverpleegkundige uw kind voorbereiden op de spoedoperatie. .

De medisch pedagogisch zorgverlener heeft u misschien al eerder gezien tijdens de opname van uw kind. U kunt bij haar terecht met vragen over bijvoorbeeld:

  • Voorbereiding op de operatie van uw kind (voor zowel uw kind als uzelf)

  • Angst/stress rondom de operatie, bij uw kind of bij uzelf

  • Verwerking van de operatie (bij angst, verdriet, boosheid, pijn en herstel)

  • Speciale begeleiding van uw kind indien hij of zij bekend is met bijzonderheden zoals ADHD, autisme, (verstandelijke) beperking of extreme angst

Uiteraard kunt u zelf ook vragen stellen over de operatie en meeluisteren met de voorbereiding. Als het mogelijk is zal de medisch pedagogisch zorgverlener ook meelopen naar de operatiekamer.

Het is slim om uw kind van te voren voor te bereiden op de operatie. Het is belangrijk om uw kind beetje bij beetje te vertellen wat er vóór en na de operatie gaat gebeuren. Uw kind heeft tijd nodig om die informatie op zijn gemak te verwerken. Dit kan via de kinderwebsite, deze kunt u vinden door de QR code te scannen. Op de kinderwebsite vindt u de voorlichtingsfilms en andere informatie over de operatie.

Nuchter regels

Voor een operatie of behandeling moet uw kind nuchter zijn, dit betekent dat uw kind een bepaalde tijd niet mag eten en drinken. Is uw kind niet nuchter, kan de operatie niet doorgaan!

Als uw kind te kort nuchter is kan het gaan spugen en hierdoor kan de inhoud van de maag in de luchtpijp en de longen terecht komen.

Aan de andere kant leidt te lang nuchter zijn tot lagere bloedsuikerwaarden en onnodige stress bij het kind.

Voor een spoedoperatie gelden daarom de volgende regels met betrekking tot het nuchter zijn:

  • Als de tijd van operatie bekend is mogen de kinderen tot 6 uur voordat ze naar de OK gaan nog normaal eten en drinken. Dit geldt ook voor kinderen die flesvoeding krijgen.

  • Kinderen die borstvoeding krijgen mogen tot 4 uur voor de operatie nog drinken. Tot 1 uur voor de operatie mag uw kind helder drinken.

  • Helder drinken is: water, thee, appelsap en heldere aanmaaklimonade (siroop). Geen limonade met koolzuur.

Nuchter betekent dat uw kind ook geen kauwgom of snoep mag!

Operaties van kinderen die al op afdeling liggen:
- Tot 7.00 uur ’s ochtends mogen alle kinderen die geopereerd worden helder drinken.
- Voor 8.00 uur ’s ochtends zal de programmacoördinator van de OK contact opnemen met de afdeling om een tijdsindicatie voor de OK te geven: hierbij wordt afgesproken tot hoe laat uw kind nog mag drinken. De verpleegkundige van de afdeling vertelt dit aan u en uw kind.

Spoedoperaties:
Deze worden vrijwel altijd gepland vóór 11.00 of na 16.30. In overleg met de anesthesie en de kinderverpleegkundige mag uw kind tussen 11.00 en 15.30 helder drinken.

Pijnstilling

Vaak wordt er voor de operatie, door de anesthesioloog, al pijnstilling afgesproken. Indien nodig, zal de kinderverpleegkundige, dit voor de operatie aan uw kind geven.

De verpleegkundige zal na de operatie regelmatig nagaan of uw kind pijn heeft. Indien mogelijk zal de kinderverpleegkundige aan uw kind vragen hoeveel pijn hij of zij heeft. Hierbij kunnen we gebruik maken, afhankelijk van de leeftijd van uw kind, van een pijnscore meetlat met cijfers of een gezichtjesschaal. Wanneer u denkt dat uw kind pijn heeft of misselijk is kunt u dit altijd aangeven. De kinderverpleegkundige zal, volgens afspraak van de anesthesist en arts, medicatie aan uw kind geven.

Naar de operatie afdeling

Als uw kind naar de operatiekamer gaat, mag er 1 ouder meelopen. Er mogen geen tassen etc. meegenomen worden naar de operatieafdeling. Ook moeten telefoons uitgeschakeld zijn. Het is niet toegestaan om foto’s te maken op de operatieafdeling.

Op de operatieafdeling krijgt u, vanwege de hygiëne, een disposable pak aan en een muts op. De kinderverpleegkundige geeft samen met u bijzonderheden door aan de holdingmedewerker. Uw kind mag zijn of haar eigen pyjama aan houden. Als u dat niet mee heeft, hebben we een operatiejasje voor uw kind.

Het is belangrijk dat u de instructies van het personeel op de operatieafdeling opvolgt. Als uw kind onder narcose is wordt u weer begeleid naar de kinderafdeling waar u kunt wachten tot de operatie klaar is. De kinderverpleegkundige houdt u hiervan op de hoogte. Duurt de operatie niet langer dan 45 minuten, dan kunt in de wachtruimte bij de uitslaapkamer wachten. Het personeel op de operatie afdeling roept u er zo snel mogelijk bij zodra uw kind uit de operatiekamer komt.

Wordt uw kind onder narcose gebracht met een kapje en bent u zwanger? Dan raden wij het af om met uw kind mee te gaan naar de operatie-afdeling. Het is onzeker of de narcosemiddelen die u eventueel inademt, schadelijk zijn voor het ongeboren kind. Als u toch meegaat met uw kind, is dit geheel op eigen risico.

Wanneer uw kind gaat slapen met een kapje

Voordat u naar de operatiekamer gaat wordt u eerst naar de “holdingsluis”

gebracht. In deze wachtruimte worden de gegevens van uw kind overgedragen aan de verpleegkundige van de operatie afdeling. U wordt vanzelf opgehaald zodra de operatiekamer en het personeel klaar is. Op de operatiekamer mogen kleine kinderen op schoot zitten, oudere kinderen gaan op het bed liggen van de operatiekamer. Na de laatste controle van de gegevens op de operatiekamer, krijgt uw kind het narcosekapje voor zijn gezicht. Het is prettig als u op dat moment praat

met uw kind en hem vertelt wat er gebeurt of kletst over bijvoorbeeld een mooie droom of fijne vakantie. U wordt hier ook bij geholpen door het aanwezige personeel.

Bij het in slaap vallen is het mogelijk dat uw kind wat ongecontroleerd gaat bewegen, schrik niet, dit hoort bij het in slaap vallen. Uw kind merkt hier niets van. Wanneer uw kind gaat slapen met een kapje wordt zo nodig een infuus geplaatst wanneer hij slaapt, afhankelijk van de ingreep. Uw kind zal met het infuus wakker worden. Deze wordt bij ontslag weer verwijderd. Tijdens de ingreep houdt de anesthesioloog uw kind in slaap. De anesthesioloog of anesthesiemedewerker blijft tijdens de operatie bij uw kind om onder andere het hartritme, bloeddruk en ademhaling te bewaken.

Wanneer uw kind gaat slapen met een infuus

Uw kind gaat voor het plaatsen van een infuus en evt. andere voorbereidingen eerst naar de “holding” ofwel de voorbereidingsruimte op de operatieafdeling. Het infuus is als het ware een soort “tankdopje” waar later op de operatiekamer de (slaap) medicijnen door gegeven kunnen worden. Het is prettig wanneer uw kind warme handen heeft voor het plaatsen van het infuus. Om het plaatsen van het infuusje wat te verzachten kan er een verdovingspleister op de handruggen worden geplakt. Deze pleister moet even inwerken en zal wat warm worden na verloop van tijd. Daarnaast kunnen we de Buzzy gebruiken. Dit is een klein apparaatje in de vorm van een bij of lieveheersbeestje. De Buzzy kan trillen en heeft hele koude ‘vleugels’, een klein ijs pack uit de vriezer. De Buzzy wordt vlak boven het infuusplekje geplaatst met een bandje zodra de verpleegkundige het infuus gaat plaatsen. Door de kou en de trilling van de Buzzy, zal uw kind minder ongemak ervaren van het plaatsen van het infuus. De verdovingspleister en de Buzzy worden vaak in combinatie gebruikt. Om het infuus te kunnen plaatsen krijgt uw kind een strakke elastieken band om de arm die ervoor zorgt dat de bloedvaten meer in het zicht komen. De verpleegkundige zal u en uw kind de nodige instructies geven. Bedenk van te voren samen met uw kind of hij naar het plaatsen van het infuus wil kijken of juist niet. Misschien kunt u uw kind goed afleiden door met hem te kletsen over iets leuks.

Zodra het infuus geplaatst is, zal de naald snel verwijderd worden en het infuus worden vastgeplakt. De Buzzy kan dan ook worden weggehaald. U kunt uw kind uitleggen dat er nu alleen nog een heel klein smal plastic rietje/ buisje in zijn hand of arm zit. Tijdens de ingreep houdt de anesthesioloog uw kind in slaap. De anesthesioloog of anesthesiemedewerker blijft tijdens de operatie bij uw kind om onder andere het hartritme, bloeddruk en ademhaling te bewaken. Hiervoor krijgt uw kind bij de voorbereidingen een grote band om de arm, 3 plakkers op de borst en een soort zachte knijper op de vinger. Na deze voorbereidingen kan uw kind naar de operatie kamer. U blijft bij uw kind totdat hij helemaal in slaap is en u mag naast uw kind staan bij het in slaap vallen. Het is fijn als u met uw kind blijft praten.

Uw kind zal via het infuus het slaapmiddel krijgen. Naast de slaapmedicijnen via het infuus krijgt uw kind een zacht zuurstof maskertje voor de neus en de mond. Hiermee krijgt uw kind frisse lucht en kan hij/zij goed in slaap vallen. Bij het in slaap vallen is het mogelijk dat uw kind wat ongecontroleerd gaat bewegen, schrik niet, dit hoort bij het in slaap vallen. Uw kind merkt hier niets van.

Na de operatie

Als de operatie van uw kind klaar is, begeleidt de recoveryverpleegkundige u zo spoedig mogelijk naar de uitslaapkamer/verkoever bij de operatieafdeling. Hier worden vaak nog controles gedaan. Mogelijk dat u hier de behandelend arts spreekt over het verloop van de operatie. Het kan ook zijn dat de arts u telefonisch inlicht.

Zodra uw kind ‘goed wakker’ is mag hij of zij weer terug naar de kinderafdeling.

Terug op de kinderafdeling

Eenmaal terug op de afdeling is uw kind wakker uit de narcose maar het kan nog wel slapen of regelmatig ‘wegdoezelen’. De kinderverpleegkundige zal regelmatig de post-operatieve controles doen. Ook krijgt uw kind pijnstilling en andere medicatie volgens afspraak van de arts. Het hangt af van de soort operatie, wat en wanneer uw kind weer mag drinken en eten. De kinderverpleegkundige zal dit in de gaten houden. Soms komt de arts na de operatie nog even langs op de kinderafdeling maar het kan ook zijn, dat dit pas de volgende dag is.

Nazorg

Afhankelijk van de ingreep/behandeling krijgen u en uw kind adviezen mee voor thuis. Voor een spoedig herstel van uw kind is het belangrijk dat u de adviezen met betrekking tot pijnmedicatie, voeding, oefeningen, wondverzorging, etc. zorgvuldig opvolgt.

Mogelijke reacties van uw kind na een operatie/opname Wanneer uw kind weer thuis is, zal het vaak de opname in het ziekenhuis nog moeten verwerken. Het kan voorkomen dat uw kind zich na de opname of operatie anders zal gedragen dan ervóór.

Het kan dat uw kind sneller angstig is als u even weggaat, hij/zij kan huilen zonder duidelijke aanleiding of misschien is hij sneller boos. Uw kind kan ook moeite hebben met inslapen, onrustiger slapen dan gewoonlijk, ’s nachts bang zijn of ineens minder zindelijk zijn en in bed plassen. Dit zijn reacties die meestal vanzelf weer overgaan als uw kind weer in zijn eigen ritme komt. U kunt uw kind het beste helpen door hem in deze tijd wat extra aandacht te geven, maar wel consequent te blijven. Probeer het normale dagelijkse ritme zo veel mogelijk aan te houden. Geef uw kind de ruimte als hij over de opname wil praten of tekenen, of speel bijvoorbeeld ziekenhuisje met lego, zodat hij zijn emoties kan verwerken. Het is belangrijk dat u hierbij begrip toont, geduldig blijft en het tempo van uw kind volgt. Als uw kind de opname niet noemt hoeft u dit niet ter sprake te brengen. Misschien komt dit later pas of heeft uw kind dit niet nodig. Als u thuis vragen heeft over het verwerken van de opname of u komt er niet uit, kunt u natuurlijk contact opnemen met de medisch pedagogisch zorgverlener Zij kan u misschien helpen en informatie geven.
Dit kan via het telefoonnummer van de kinderafdeling 0102975274

Tot slot

Wij doen er alles aan om het bezoek van u en uw kind aan onze afdeling zo prettig mogelijk te laten verlopen. Het kan echter voorkomen dat u en/of uw kind niet helemaal tevreden zijn. U kunt uw opmerkingen of klachten over het verblijf of de ingreep/ behandeling het beste direct bespreken met de betrokken personen of met de teamleider van de kinderafdeling. Komt u er na overleg niet uit, of wilt u dit liever overleggen over uw klacht, dan kunt u ook contact opnemen met de klachtenfunctionaris. Dit kan zowel telefonisch, schriftelijk als per e-mail.

Klachtenfunctionaris Ikazia Ziekenhuis

Antwoordnummer 80161

3008 AA Rotterdam

T 010 297 55 08

klachtenfunctionaris@ikazia.nl