‘Ik heb geleerd om mijn grenzen te herkennen’
Cor Dost, oud-douanier in de Rotterdamse haven en voormalig wethouder van Korendijk, is er de man niet naar om bij de pakken neer te zitten en te klagen. “Ik probeer altijd alles positief te zien. Ook met mijn ziekte COPD kijk ik eerder naar wat ik nog wel kan dan naar mijn beperkingen”, vertelt de 72-jarige Nieuw-Beijerlander. Zijn lijfspreuk (wetende dat velen te maken hebben met meerdere aandoeningen tegelijkertijd) is inmiddels dan ook: ‘Blij dat ik het alleen aan mijn longen heb’.
Persoonlijke aandacht in Ikazia
In 1994 is bij Cor Dost COPD geconstateerd. “Ik heb mij toen van alle kanten laten adviseren welke specialist voor mij het beste zou zijn en ik ben uiteindelijk uitgekomen bij dokter Kroese in Ikazia. Maar nog voor ik kennis met haar kon maken, belandde ik al in Ikazia na een exacerbatie (longaanval).
Mijn eerste contact met het ziekenhuis was dus niet met dokter Kroese maar met de zaalarts van dat moment dokter Jacobs. Overigens was dat ook heel plezierig kennismaken.”
Cor Dost roemt de persoonlijke aandacht die hij op de longpolikliniek krijgt. “Dat geldt niet alleen voor de longarts maar ook voor de longverpleegkundigen. Ik kan altijd bellen voor advies. Ook als er even niemand beschikbaar is, word ik snel teruggebeld. Dat geeft een bijzonder veilig gevoel.”
COPD-paspoort
Ikazia werkt met een COPD-carrousel. Resultaat voor de patiënt is een COPD-paspoort met daarin een actieplan om een longaanval te voorkomen. “Daarin zijn de verschillende fases van de ziekte in kaart gebracht. Bij ‘Groen’ gaat alles goed, bij ‘Geel/Oranje’ speelt de ziekte op en kun je bijvoorbeeld ingrijpen door de dosering van het pufje op te hogen. Bij ‘Rood’ zijn de klachten van COPD zodanig dat het acute moment dat je opgenomen moet worden, dichtbij is.
Dan is het belangrijk te weten wat je zelf kunt doen en waar je grenzen liggen. En dat je voor advies de longarts of longverpleegkundige kan raadplegen. Voorheen had ik geen rem op de dingen die ik deed maar doordat ik de verschillende fases nu veel beter heb leren onderscheiden, komen longaanvallen nu minder vaak voor.”
Grenzen herkennen
Dat betekent overigens niet dat Cor Dost minder is gaan ondernemen. “Ik heb door het paspoort mijn beperkingen leren kennen maar daardoor weet ik ook wat er nog wel mogelijk is. Daar probeer ik het maximale uit te halen. Ik fiets graag en ben ook nog regelmatig op de golfbaan te vinden. Ik gebruik dan een golfkar en neem mijn draagbaar zuurstofapparaat mee. En als ik voel dat het een keer wat minder gaat, speel ik gewoon maar negen holes en ga ik op het terras zitten.
Mijn draagbaar zuurstofapparaat komt ook goed van pas als ik in de vakantie wil zwemmen. Mijn vrouw loopt dan met het apparaat, voorzien van een lange slang, langs de kant als ik mijn baantjes trek. Zo proberen we er samen het beste van te maken.”
Aandacht voor mantelzorgers
De manier waarop Cor Dost en zijn vrouw Loma samen omgaan met de ziekte COPD sluit aan op de aandacht die Ikazia ook aan de mantelzorgers van de patiënt geeft.
“Patiënten met een chronische ziekte doen vaak langdurig een stevig beroep op mantelzorgers. Bijvoorbeeld voor vervoer en andere dagelijkse zaken”, legt longverpleegkundige Stephanie van der Klooster uit. “Door hen te wijzen op de mogelijkheden die professionele instanties bieden, kunnen we die dagelijkse zorg mogelijk wat verlichten.
Daarnaast geven wij hen voorbeelden van leuke dingen die zij ondanks de chronische ziekte van de patiënt mogelijk nog samen kunnen doen.”