“Die lieve mensen om ons heen hebben ons er doorheen geholpen”
In februari 2015 ging de heer Brons met pijn in zijn lies naar de huisarts. De huisarts vertrouwde het niet en belde met spoed een ambulance. Op de Spoed Eisende Hulp (SEH) van het Ikazia Ziekenhuis werd een CT-scan gemaakt. Er bleek een aneurysma (een verwijding van de aorta) in zijn buik te zijn gesprongen.
De heer Brons werd met spoed geopereerd. Daarna volgden nog vijf operaties. Én een periode van 60 dagen op de Intensive Care (IC).
"Er waren altijd mensen om mij heen"
“Ik weet helemaal niks meer van de periode op de Intensive Care (IC). Ik was mezelf niet.”, vertelt de heer Brons.
“Ik had een ernstige delier en leefde in een andere wereld. Ik droomde ook veel in die periode. Mijn schoondochter heeft een dagboek bijgehouden van alle 60 dagen op de IC. Dit dagboek heeft mij enorm geholpen. Het mooiste wat er in dit boekje staat, vind ik, is dat er altijd mensen om mij heen waren. Mijn vrouw, mijn kinderen, mijn kleinkinderen; ze waren er altijd.”
"Er was altijd tijd en aandacht"
“Die lieve mensen om ons heen hebben mij er ook doorheen geholpen”, vult mevrouw Brons aan. Ik kon mijn verhaal altijd delen. Met familie, vrienden, maar ook met het IC-personeel. Er was tijd en aandacht. Aan tafel met de dokter, maar ook aan het bed van mijn man.
Mijn man had zijn eigen IC-verpleegkundige, dat was heel fijn. Deze verpleegkundige kon alle soorten vragen beantwoorden die we hadden; van hele technische vragen over de apparatuur waar mijn man op was aangesloten tot medisch inhoudelijke vragen over de situatie van mijn man."
"We hebben veel gesprekken gevoerd met de artsen"
"We hebben zes weken lang in angst geleefd. Mijn man had bij de notaris vast laten leggen wat zijn wensen waren als hij in een levensbedreigende situatie als deze terecht zou komen. Dat was fijn, maar ook heel lastig. Want wanneer besluit je de apparatuur waar jouw dierbare op aangesloten is en die hem in leven houden stop te zetten?
Mijn kinderen en ik hebben veel gesprekken gevoerd met de artsen. De artsen bleven een sprankje hoop houden, waardoor de beslissing regelmatig met een aantal dagen is uitgesteld. Na zes weken tussen leven en dood, zakte de koorts bij mijn man en ging het steeds beter met hem.”
"Het was confronterend maar ook verhelderend"
“Er volgden twee betere weken op de IC”, gaat de heer Brons verder. “Daarna ging ik een maand naar een verpleegafdeling waar ik afwisselend goede en slechte dagen had.
Uiteindelijk ben ik naar een revalidatiecentrum gegaan om aan te sterken. Hier is mijn vrouw stapje voor stapje begonnen met voorlezen uit mijn IC-dagboek. Dit was confronterend, maar ook verhelderend.
De IC-nazorgpolikliniek
Toen ik weer thuis was, ben ik uitgenodigd voor de IC-nazorgpolikliniek. Hier heb ik onder andere een arts gezien die mij - tijdens mijn ziekbed - geholpen heeft. Het was een fijne manier om de IC-periode af te sluiten.
Bijzonder vond ik dat ik één van de verpleegkundigen écht herkende. Veel wist ik vanuit het dagboek, maar deze man herkende ik écht. Dat was mooi om te merken.
"Ik geniet vooral erg van mijn familie"
Thuis is de IC-periode nog steeds onderwerp van gesprek. Ik vraag me nog wel eens af hoe iets gegaan is. Dan hebben mijn vrouw en ik het erover. Thuis hebben we onze weg ook gevonden.
Eén van de gevolgen van mijn ziekbed is een stoma. Ook hierin hebben we onze weg gevonden met dank aan de SWID-verpleegkundigen uit het Ikazia Ziekenhuis. Ik rijd weer auto, ga erop uit met mijn scootmobiel en geniet vooral erg van mijn familie. Ons verhaal delen is het minste wat wij terug kunnen doen voor het ziekenhuis.”