Contact Spoed
Tekstgrootte

Thoracic Outlet Syndroom expertisecentrum



Het Thoracic Outlet Syndroom (TOS), is een verzamelnaam voor aandoeningen die veroorzaakt worden door het bekneldraken van de vaatzenuwbundel in het schoudergebied. De vaatzenuwbundel bestaat uit een zenuwbundel, een ader- en een slagader. Deze structuren verlaten de borstkas en gaan de arm in. Met name bij het heffen van de arm wordt de ruimte kleiner. Hierdoor ontstaat er een beknelling en dit kan klachten geven. Welke klachten ontstaan is afhankelijk van wat er in de vaatzenuwbundel bekneld is. TOS komt niet erg vaak voor en patiënten zijn meestal tussen de 20 en 50 jaar. Het stellen van de diagnose kan lastig zijn en patiënten hebben soms al erg lang klachten voor de diagnose wordt gesteld.

In het TOS expertisecentrum van Ikazia worden diagnostiek en behandelingen verricht door een vast team met betrokken specialisten. Soms kan de diagnose lastig zijn om te stellen en is overleg in het team erg behulpzaam om tot de juiste behandeling te komen.

Klachten

Welke klachten ontstaan is afhankelijk van wat er in de vaatzenuwbundel bekneld is: de ader, slagader en/of zenuwbundel. De symptomen kunnen continu aanwezig zijn of alleen bij een bepaalde houdingen of inspanning. Er bestaan drie vormen van TOS: een neurogene variant (NTOS), een veneuze variant (VTOS) en een arteriële variant (ATOS).

Oorzaken

Een groot gedeelte van de klachten bij patiënten met TOS ontstaan bij het heffen van de arm. Door herhaaldelijke bewegingen (boven het hoofd) van de arm, na een doorgemaakt trauma of door toename van spiermassa, ontstaat een herhaaldelijke of langdurige beknelling van de vaatzenuwbundel. Dit komt vaker voor bij bepaalde beroepen, mensen die bepaalde sporten veel uitoefenen of in het verleden een trauma van de nek en/of schouder hebben gehad. Er zijn wetenschappelijke aanwijzingen dat een combinatie van een aangeboren afwijkende anatomie van de thoracic outlet in combinatie met een trauma in het verleden het risico op het ontwikkelen van TOS kan vergroten.

Onderzoek

Bij komst van een patiënt naar het ziekenhuis vindt er eerst een afspraak plaats met de chirurg. Uw klachten worden besproken. De arts voert een lichamelijk onderzoek uit van de borstkas, schouder en arm. Indien de klachten en het lichamelijk onderzoek mogelijk passend zijn bij TOS dan zal er aanvullend onderzoek worden verricht. Het doel van het aanvullend onderzoek is om te kijken of er sprake is van een beknelling. Vervolgens wordt er onderzoek gedaan waar deze beknelling zich bevindt en welke structuur of structuren er bekneld zijn. Soms is het ook nodig om nog een andere specialist te vragen een beoordeling te verrichten om andere oorzaken van de klachten uit te sluiten of aan te tonen. Als er geen enkele aanwijzing is voor TOS bij het eerste consult kan het zijn dat u wordt terugverwezen.

Aanvullende diagnostiek

Röntgenfoto: Hiermee kan worden beoordeeld of er een afwijking aan het sleutelbeen of eerste rib is. Sommige patiënten hebben een extra halsrib die de klachten kan veroorzaken.

Duplex-onderzoek: Een duplex is een echografisch-onderzoek. Tijdens een duplex-onderzoek brengen we onder andere de bloedvaten in beeld. Ook kan de arm tijdens dit onderzoek in verschillende houdingen worden gehouden.

CT-scan: We maken driedimensionale afbeeldingen met een scan met röntgenstraling. Er kan contrastmiddel worden toegediend om de bloedvaten mooi af te beelden.

Echogeleide Botox injectie: Er wordt onder echo geleide een prik gegeven waarbij er Botox wordt achtergelaten in een spier die de zenuw in de thoracic outlet bekneld. Botox werkt over het algemeen tijdelijk omdat het spierverslappende effect na verloop van tijd afneemt. Mocht de injectie goed werken dan wordt de diagnose nTOS veel waarschijnlijker.

Angiografie: Onderzoek waarbij er via een slangetje in de slagader een afbeelding wordt gemaakt van de bloedvaten. Ook kan de arm tijdens dit onderzoek in verschillende houdingen worden gehouden.

Flebografie: Onderzoek waarbij er via een slangetje in de ader een afbeelding wordt gemaakt van de bloedvaten. Ook kan de arm tijdens dit onderzoek in verschillende houdingen worden gehouden.

Stollingsonderzoek: Als de ader- of slagader achter het sleutelbeen dicht is gaan zitten kan er bloedonderzoek worden gedaan om op zoek te gaan naar stollingsproblemen.

Doppler-onderzoek: De laborante bevestigt een pulsmeter op uw vinger. Vervolgens krijgt u instructies om uw arm in een bepaalde houding te brengen of richting te bewegen. Tijdens het uitvoeren van de instructies wordt de bloeddoorstroming van uw vinger geregistreerd.

De behandeling

De behandeling van TOS is afhankelijk van wat er bekneld is geraakt in de vaatzenuwbundel, hoe snel de klachten zijn ontstaan en wat de wensen zijn van de patiënt.

Fysiotherapie of oefentherapie: Specialistische behandeling gericht op het houdings- en bewegingsapparaat.

Compressietherapie: Behandeling met een elastische kous aan de arm om stuwing tegen te gaan.

Bloedverdunners: Behandeling met medicijnen die een bloedstolsel oplossen of voorkomen dat een bloedstolsel kan ontstaan.

Trombolyse:
Behandeling met zeer sterke bloedverdunners in het bloedvat om ter plaatse een bloedstolsel op te kunnen lossen. We dienen dit toe met een slangetje via de lies of arm. Vaak is bewaking op de IC hiervoor nodig.

Operatie

Een operatie is meestal gericht op het opheffen van de druk op de vaatzenuwbundel in de hals- en schouderregio. Meestal verwijderen we hiervoor een deel van de eerste rib (of halsrib). In de meeste gevallen kunnen we deze operatie uitvoeren via een klein sneetje boven het sleutelbeen. In sommige gevallen zijn er aanvullende operaties of een andere operatie nodig. Mocht er een operatie geadviseerd worden dan zal u uitgebreid ingelicht worden over de operatie voordat deze plaatsvindt.

Multidisciplinair team

De diagnostiek en behandelingen worden in het Ikazia Ziekenhuis verricht door een vast team met betrokken specialisten. Soms kan de diagnose lastig zijn om te stellen en is overleg in het team erg behulpzaam om tot de juiste behandeling te komen.

Op de foto v.l.n.r. Ellen Strijbos (Neuroloog), Karin Goederaad (Vasculair diagnostisch laborant), Jelle Raats (Chirurg)

Algemene folders